Wijn - De Uitdaging

Als wijnliefhebber heb ik mijn wijnliefhebbende vriendin een tijdje geleden een rondleiding door historische wijnkelders met aansluitend een wijnproeverijtje cadeau gedaan. Dit arrangement wordt verzorgd door wijnhandel R&vdH te A. Deze wijnhandel staat hoog aangeschreven en heeft een behoorlijke reputatie. Tot het einde van de vorige eeuw hebben ze zelfs wijnen op locatie gebotteld. Daarnaast beschikken ze over een imposante collectie topwijnen, die in hun keldercomplex bij constante temperatuur en ideale luchtvochtigheid liggen te wachten op hun huidige of toekomstige eigenaren. Daar kom je als bezoeker ook even langs, op weg naar de proefzaal. Het is een indrukwekkende bedoening daar beneden. Het matige licht, de karakteristieke kelderlucht met een duidelijke hint van wijnsteenzuur, het stof op de verweerde etiketten van onbetaalbare klassiekers uit de Oude Wereld, kortom alles wat een wijnhart sneller doet kloppen.

Luchtig inspelend op de opgedane indrukken, werden wij na afloop van het hele festijn nog even uitgenodigd in de bovengrondse wijnwinkel. Daar mochten we rustig even rondkijken hoor, ja. En dat we vooral het winkelgedeelte in de kelder niet moesten overslaan! Een korte blik op de uitgestalde wijnen uit grote wijnstreken, met hier en daar een wat meer belegen wijn, wekte de suggestie dat het hier wel ging om wijnen van een bovengemiddelde kwaliteit. Allemaal met een prijskaartje waar je normaal gesproken wat sneller overheen zou kijken, maar ja, je bent op stap en het is leuk en gezellig en met de wijn van het proeverijtje achter de kiezen wil je dan toch wat serieuzer op zoek naar een leuke souvenir.

Uiteindelijk stonden wij daar te koekeloeren naar een intrigerende Château Haut Lagrange (Pessac-Léognan) uit 1999. Even daarvoor hadden we dezelfde wijn in de kelder zien liggen, maar dan uit 1995. Voor nagenoeg dezelfde prijs! Dat doet de alarmbellen natuurlijk rinkelen bij deze jongen. Ook al is 1995 een tópjaar voor Bordeauxwijnen, het kan zijn dat de bewaartijd voor deze specifieke wijn inmiddels zwaar is overschreden. Ter plaatse werd dus één van de aanwezige stropdassen aangeklampt met de vraag: welke is beter? 95? Of 99? Nou, dat is absoluut de 99 hoor, ja. Had meneer onlangs zelf geproefd en deze is perfect op dronk. En weg was de stropdas. Met mijn eerder beschreven wijnervaring in het achterhoofd en de algemene magie die om het jaartal 1999 heen helixt, besloten we om deze kanjer in de dop mee naar huis te nemen. Wellicht was dit een waardige tegenstander voor de Château Brown! Hiermee zouden we onze eerste officiële dag dat we samenwonen vieren, zei mijn vriendin. Schatje! Dat zou nog even duren, dus tot die tijd mocht ie even wennen aan ons toekomstige huisje!

De eerste van de maand. Het is herfst. Het is avond. Het is zover. De Château Haut Lagrange staat al een tijdje rechtop, om de droesem te laten bezinken. Maar nu is ie klaar om te worden geopend! Altijd weer een spannend moment. Met zulke hooggespannen verwachtingen kan de ervaring eigenlijk alleen maar tegenvallen. Snel, laten we ter compensatie onze meest miserabele wijnmomenten ophalen! De kurkentrekker werkt ondertussen wat pulp uit de kurk en moet er wat verder ingedraaid worden om te voorkomen dat de bovenste helft uit de fles gerukt wordt, terwijl de onderste helft lekker in z'n holletje blijft zitten. Dat begint al lekker. Nee, dit ligt echt aan de kurk, probeer ik mijn vriendin uit te leggen. Na een snelle uitwisseling van blikken wordt duidelijk dat ze me wéér zit te fukken. Vindt ze leuk. De kurk verlaat op subtiele wijze de fles met een korte sis. Ik kijk naar het geknakte stuk boomschors dat om de schroef van de trekker lijkt te zijn gevouwen en probeer mezelf ervan te weerhouden aan de kurk te ruiken. Maar ik doe het toch. Op een gegeven moment wordt het een gewoonte hè, om aan dingen te ruiken alvorens je er iets mee gaat doen. De kurk ruikt naar kurk. Aarzelend voorzie ik onze glazen van een bodempje Lagrange.  Mooi belegen kleurtje, maar wel een heel waterig randje... Ga jij maar eerst, zeg ik, en ik geef het mooiste glas aan mijn vriendin. Ze lacht lief en laat het wijnlaagje elegant door haar glas walsen. Ze ruikt. Ik kijk gespannen toe. Ze is zo mooi als ze haar zintuigen openzet voor de wereld om haar heen. Ze ontdekt altijd veel meer laagjes dan ik, in het onzichtbare wijnwolkje dat boven dat ronde, robijnrode spiegeltje hangt. Na enige tijd kijkt ze op. Ze kijkt ernstig. Ik ruik niks! Zegt ze. Ik trek mijn wenkbrauwen op en centrifugeer mijn wijnlaagje bijkans door het glas heen. Ik adem in door mijn neus alsof ik boven op een berg in een alpenwei sta. Stront, zeg ik. Doet me denken aan een goedkope Bourgogne. Of een matige Merlot. In mijn ooghoeken zie ik hoe mijn lief een slurpend slokje neemt. Het zweet breekt me uit. Hmm, hij is wel zacht, mompelt ze. Ja, dat zou ik ook zijn als ik 10 jaar in een fles zou hebben gezeten, draait het door mijn hoofd. Maar, gaat ze verder, er blijft gewoon niets hangen, er blijft niets van over. Ik neem snel een slok en spoel er mijn mond mee alsof ik net mijn tanden heb gepoetst. En doorslikken die handel. Ik smak even en probeer zo wat van de voor dood achtergelaten smaak te reanimeren. Nee, zeg ik, niks. Geen ontwikkeling, niks. Nul afdronk. Nul diepgang. Dit is gewoon wijn. Oh, wacht! Er ontstaat een wat honingachtige zoetheid! Ja, en nou is ie weer weg. Misschien moet er wat meer zuurstof bij, opper ik. Ik schenk bij en laat een storm in mijn glas ontstaan. Maar het mag allemaal niet baten.

Wat een teleurstelling. Daar gaat ons feest! Gelukkig hebben we elkaar nog, grapt vriendin. De wijn smaakt in eens een stuk zoeter. Ik mompel dat ik een boze brief ga schrijven. Want dit kan natuurlijk niet. Moet je doen! Spoort vriendin aan. Ik staar wat naar de rode vloeistof in het glas voor me. Hebben we die Diablo van de ap nog staan?

Wordt vervolgd...